Een tijd vol (politieke) strijd

AuteurAgnes Franzen

17 juni 2022 om 12:52, Leestijd ca. 5 minuten

Naast positieve effecten op onze natuur schept de reductie van stikstofruimte voor de grootschalige woningbouwopgave en infrastructuur. Maar veel boeren verkeren op dit moment in onzekerheid. Waarom deze drastische aanpak? Kloppen de metingen wel? Wat betekent het voor ons exportprofiel? Moet ik stoppen of is er nog toekomst voor mijn boerenbestaan?

Het zal niemand zijn ontgaan dat het huidige Kabinet inzet op een krimp van de veestapel met 30 procent tot 2030. Nederland staat hierin niet alleen, ook in België heeft de regering gekozen voor een forse verlaging van de veestapel. Krimp van de veestapel is een antwoord op het oordeel van de Raad van State in 2019 dat de toenmalige Programma Aanpak Stikstof (PAS) onvoldoende antwoord gaf op de Europese regels voor natuurbescherming. Naast positieve effecten op onze natuur schept de reductie van stikstofruimte voor de grootschalige woningbouwopgave en infrastructuur. Maar veel boeren verkeren op dit moment in onzekerheid. Waarom deze drastische aanpak? Kloppen de metingen wel? Wat betekent het voor ons exportprofiel? Moet ik stoppen of is er nog toekomst voor mijn boerenbestaan?

Veel boeren zien de stikstofaanpak als een te drastisch onrealistisch plan gebaseerd op modellen in plaats van metingen. Maar volgens TNO behoort Nederland tot de landen met de hoogste stikstofuitstoot ter wereld. Op de schaal van Europa stoten we als dichtbevolkt land met intensieve landbouw gemiddeld vier keer zoveel uit als andere EU-landen. Op basis van RIVM-cijfers (2019) geeft de VVD-minister van Natuur en Stikstof Christianne van der Wal aan dat de landbouw zorgt voor 46 procent van de stikstofuitstoot in Nederland. Ammoniak is hierbij de boosdoener. Dit komt uit stallen, urine van dieren, mest en kunstmest. De (kunst-)mest is lang gebruikt voor hogere gewasopbrengsten en planten(gras)groei. Hiermee was de Nederlandse landbouw efficiënt en effectief. Met eerdere maatregelen is de hoeveelheid ammoniakuitstoot sinds 1990 met zo’n twee derde afgenomen. Toch blijkt dit niet genoeg voor de EU-doelstellingen van natuurherstel.

De trend is een groeiende vraag naar plantaardige producten die minder milieubelastend zijn 

De huidige grootschalige voedselproductie heeft gevolgen voor biodiversiteit, het klimaat en kwaliteit van water, bodem en lucht. Om deze gevolgen aan te pakken zal ons exportprofiel moeten veranderen. Op dit moment is Nederland wereldwijd na de VS de grootste landbouwexporteur. Bloemen en planten staan hierbij op één, gevolgd door vlees en als derde melk en zuivel. Het grootste deel van de export gaat naar Duitsland op afstand gevolgd door België en het VK. De afname van de hoeveelheid landbouwgrond en een minder intensieve landbouw zal de productie voor de export van vlees, melk en zuivel in omvang en vorm veranderen. Dit sluit aan op een trend van een groeiende vraag naar plantaardige producten die minder milieubelastend zijn. Neem als voorbeeld een hamburger. Volgens Natuur & Milieu staat een hamburger voor 16,8 kg CO2 terwijl dit voor veganburger slechts 2,6 kg CO2 is. De omvang van de grootschalige productie wordt kleiner en er komt meer ruimte voor biologische productie en duurzame innovatie bijvoorbeeld in de kaasmakerij.

Sommige boeren, vooral rond de Natura 2000 gebieden zullen moeten stoppen. Het is een ingrijpende maatregel in hun dagelijks leven. Boeren denken niet in een werkweek van vijf dagen maar leven dagelijks met de dieren. Het besluit wordt door hen als absurd ervaren, een papieren werkelijkheid blijkt uit een artikel in de NRC van 13 juni j.l. Het ‘ecosysteem’ van werkgelegenheid, landschapsbeheer en sociale binding op het platteland stort in. Ook hebben de geïnterviewde boeren een kritische houding tegenover de huidige natuur. Staatsbosbeheer verwaarloost weiden en sloten in hun ogen en ze zien vossen die die de konijnen, hazen, fazanten en eekhoorns verjagen. Het doet pijn, ook zakelijk. Lukt het om bankleningen af te lossen bij uitkoop?

Het moet wel mogelijk zijn om rendabel in kringlooplandbouw te investeren. Financiers hebben hierbij een belangrijke rol 

Punten om rekening mee te houden bij de transitie. Landelijk mogen we er economisch weinig van merken, maar op individueel niveau ligt dit anders. Het moet wel mogelijk zijn om rendabel in kringlooplandbouw te investeren. Financiers hebben hierbij een belangrijke rol. Wat kun je doen als je met je bedrijf moet stoppen? Niet alle boeren willen naar het buitenland. En wat betekent het voor de identiteit van ons land? Na de modernisering en ruilverkaveling in de vorig eeuw staan we nu voor voor een taak van samenhang tussen landbouw en natuurherstel. Niet de uitstoot per bedrijf maar de impact op de natuur zou hierbij centraal moeten staan volgens de Provincie Gelderland. Zijn er geen manieren om stikstof op te slaan, bijvoorbeeld op gebouwniveau? De Universiteit Wageningen heeft voor 2120 een kaart gemaakt met natuur als basis. De kaart laat een integrale aanpak zien gericht op duurzaam en klimaatbestendig gebruik van land- en watersystemen.

In het verlengde hiervan is het consortium NL2120 opgericht met overheden, maatschappelijke organisaties, bedrijven en kennis- en onderwijsinstellingen om gezamenlijk te zoeken naar praktisch toepasbare natuurlijke oplossingen: ‘nature based solutions’. Het Nationaal Groeifonds (gericht op economisch groei op de lange termijn) heeft recent besloten om onder voorwaarden een reservering van 110 miljoen vast te leggen voor dit initiatief. Inzet is een basis te leggen voor een structurele verbetering van ons groene verdienvermogen, waarbij ons land tegelijk klimaatbestendig en leefbaar wordt ingericht.

Kortom Europese regels, onderzoek, meningen en plannen genoeg. Op 22 juni zal niet het Malieveld maar een locatie nabij de Veluwe volstaan met protesterende boeren. Nieuwe politieke partijen zoals BBB en JA21 spelen hier slim op in terwijl het CDA en de verdeelde VVD het aantal stemmen op hun partij zien dalen. De EU-wetgeving op natuurbescherming is door deze klassieke partijen jarenlang genegeerd. Het is nu aan hen om samen met hun coalitiepartners D66 en de CU ervoor te zorgen dat boeren meegaan in de landbouwtransitie via gebiedsprocessen op provinciaal niveau. Volgend jaar op 15 maart zijn de provinciale statenverkiezingen. Hierbij kan het politieke speelveld zomaar veranderen, wat de landbouw transitie kan vertragen, waardoor de onzekerheid voor boeren blijft en Nederland een land in stilstand wordt.

Spannende tijden dus niet alleen voor boeren maar ook voor ons steeds verder versnipperende politieke landschap en hiermee voor alle inwoners van Nederland.

Agnes Franzen is strategisch adviseur bij Stichting Kennis Gebiedsontwikkeling (SKG) en TU Delft

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *