Corona: kans voor versnellen klimaattransitie

Corona heeft zich genesteld in vele onderdelen van de samenleving. Het heeft in Nederland even geduurd, maar ook hier zien we nu mensen met mondkapjes op straat en in winkels. Een dagelijkse confrontatie met het coronavirus. Ook voor gebiedsontwikkeling. Lege vliegtuigen, lege treinen, rustigere snelwegen. Lege kantoorruimtes, failliete winkels en gesloten horecavoorzieningen. De coronacrisis is een aanslag op onze economie. De Europese Commissie voorspelt dat de EU-landen – op voorwaarde dat nieuwe virusgolven uitblijven – op zijn vroegst in 2023 terugkeren naar hun welvaartsniveau van vóór de coronapandemie.

Europa heeft de ambitie om met de Green Deal het eerste klimaatneutrale continent te worden. Hier zijn echter veel en grote investeringen voor nodig. In de Tweede Kamer was vorige week een discussie over het gewenste tempo van energietransitie. Verantwoordelijk minister Wiebes was hier duidelijk over: ‘het is onmiskenbaar dat er extra actie nodig is om de klimaatdoelen (CO2-reductie van 49 procent in 2030) te halen’. Hij ziet dit als een belangrijke taak voor het volgende kabinet. Maar laten we ook kijken wat vandaag al kan. Laat de coronacrisis geen roet in het eten gooien, maar speel in op de trends die de klimaatdoelen versnellen. Gebiedsontwikkeling en de ontwerpende disciplines kunnen hieraan een belangrijke bijdrage leveren.

Minder vliegen, meer treinen

Als eerste trend de verandering in vervoersbewegingen. Om te beginnen het luchtvervoer. Het zal niemand zijn ontgaan dat het passagiersvervoer per vliegtuig dramatisch is gedaald. De vraag is hoe dit zich na de coronacrisis herstelt. Een verwachte trend is dat er vaker met kleinere vliegtuigen wordt gevlogen, die van bestemming naar bestemming vliegen; ook op langere trajecten. Hiermee staat Schiphol als transferluchthaven onder druk, maar het zorgt wel voor een lagere CO2-uitstoot in de omgeving. Daarbij kan door kleine verbeteringen in het treinvervoer, zoals bijvoorbeeld minder haltes, binnen een straal van 500 tot 750 kilometer de trein een deel van het Europese luchtverkeer vervangen.

Dan het personenvervoer op de weg. Met de groei van het thuiswerken wordt het eenvoudiger om het verkeer over de dag te spreiden, zowel op de snelwegen als in het openbaar vervoer. Dit zorgt voor minder files en is in combinatie met de groeiende markt van betaalbare elektrische (deel)auto’s ook goed voor de luchtkwaliteit.

Meer aandacht voor ruimtelijke ingrepen die uitnodigen om meer te bewegen

Een tweede trend is de groeiende aandacht voor een gezonde stad. Als gevolg van corona zien we een groei van de buitensport en is de schaarse natuur en recreatief Nederland (her)ontdekt. Verder wordt in veel steden al ingezet op minder ruimte voor auto’s en meer ruimte voor fietsers en voetgangers. Ook is er al langer aandacht voor ruimtelijke ingrepen die uitnodigen om meer te bewegen. Daarbij is de openbare ruimte een belangrijke plek voor ontmoeting, zien we ook nu in de coronatijd. Dit past bij de toename van woningcomplexen met veel aandacht voor gemeenschappelijke ontmoetingsruimtes. Ook vraagt het om in te spelen op de klimaatverandering met meer groen en ruimte voor wateropslag voor een betere kwaliteit van onze leefomgeving.

Verder heeft de corona de trend van digitalisering in onze samenleving versneld. Zo zien we een forse groei van digitale bestellingen en bezorgdiensten zowel in food als non-food. De urgentie om na te denken over het inpassen van distributiedozen, die bijdragen aan de energietransitie neemt hiermee toe. Verder heeft het thuiswerken een enorme vlucht genomen. Al zal persoonlijk contact altijd belangrijk blijven, voor bepaalde banen kan veel via virtueel contact. Wat we verder van de coronacrisis leren is dat thuiswerken een enorme impact heeft op de thuissituatie. Niet iedereen heeft een woning met ruimte voor een werkplek. Hiermee zal, naast aandacht hiervoor bij nieuwbouw, de vraag naar gebouwen met flexplekken verder toenemen. Maar door de corona en het vaker thuiswerken zal het aantal leegstaande kantoren en dichtgetimmerde winkelpanden in veel steden groeien. Net als bij verduurzaming van bestaande woonwijken ligt hier een taak voor een duurzame herstructurering van bestaand vastgoed en waar mogelijk het toevoegen van nieuwe duurzame woningen.

Meer aandacht voor herstelbeleid op de middellange en langere termijn vanuit een breed welvaartsbegrip

Hoe verder? Geen misverstand, corona heeft sociaal en economisch dramatische effecten. Maar zoals geschetst biedt het ook kansen. Volgens het Planbureau voor de Leefomgeving is het in Den Haag echter nog niet vanzelfsprekend om ook kansen en risico’s voor de leefomgeving mee te nemen bij het voorbereiden van het herstelbeleid. Ze bracht voor de zomer een policy brief uit met als titel Van coronacrisis naar duurzaam herstel. Hierin een pleidooi om meer aandacht te besteden aan herstelbeleid op de middellange en langere termijn vanuit een breed welvaartsbegrip. In lijn met de geschetste trends geven ze aan dat we voor grote ruimtelijke opgaven staan, die vragen om het maken van slimme combinaties. Een aanpak waar ontwerpende disciplines al veel onderzoek naar hebben gedaan. Laat het volgende kabinet deze studies meenemen in het komen tot besluitvorming over de weg naar een klimaatneutraal Europa voor 2050.

Door Agnes Franzen

Verwest, F., J. Notenboom & O.-J. van Gerwen (2020), Van coronacrisis naar duurzaam herstel. Den Haag: Planbureau voor de Leefomgeving.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *