Crisis (of niet)?!

AUTEUR Agnes Franzen

03 juni 2024 om 17:06, Leestijd ca. 4 minuten

Minder nadruk op duurzaamheid en rustig aan doen met de energietransitie; het zal even soelaas bieden om sommige opgaven voortvarender aan te kunnen pakkenen, maar uiteindelijk lopen die toch weer vast.

Crisis is een veelgebruikt woord in deze tijd. Recent schreef econoom Mathijs Bouman hierover in zijn column Het Raderwerk voor Financieel Dagblad een interessant stuk. Volgens hem zijn oplossingen lastig te vinden als ieder luxeprobleem een crisis is. 

Het woord schept het gevoel dat er geen tijd te verliezen is. Maar wat maakt dat er geen ruimte is voor nuance, bedachtzaamheid, extra onderzoek of bedenktijd. Volgens hem hebben de diverse crises te maken met schaarste juist doordat het goed gaat in ons land en past volgens hem enige nuancering. Om dit te illustreren stelt hij de vraag: hoe erg zou het tegendeel van de crises zijn? 

Stel: we hebben niet te weinig huizen maar juist te veel. De gevolgen hiervan kennen we uit de kredietcrisis in 2008. Wat we toen zagen waren snel dalende huizenprijzen, hypotheken die onderwater stonden en huiseigenaren en banken in financiële problemen. Andere voorbeelden van ‘tegencrisis’ die ook raken aan de woningbouwopgave zijn die van arbeidstekort naar hoge werkeloosheid. 

Te weinig capaciteit op het stroomnet als teken dat de energietransitie snel gaat versus overcapaciteit en mislukte elektrificatie met afhankelijkheid van gas en olie uit het buitenland.

Of de migratiecrisis tegenover niemand die hier wil werken terwijl de vergrijzing juist om extra handen vraagt. En de asielcrisis contra een onveilig Nederland waaruit juist ‘autochtone’ mensen willen vluchten. 

Volgens Bouman blijven over de klimaat- en biodiversiteitscrisis. Hierbij kan hij zich geen ‘tegencrisis’ voorstellen die erger is dan de gevolgen van de snelle opwarming en het verlies aan natuur. Laten we met deze blik eens naar de ruimtelijke ordening kijken. 

Grote hindernissen om tot werkbare inhoudelijke plannen te komen (PBL) 

In 2022 heeft het Rijk een oproep gedaan aan provincies om samen met de rijksoverheid, gemeenten en waterschappen ruimtelijke voorstellen te doen voor een ‘nieuw nationaal omgevingsbeleid’. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) is door het Ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK) gevraagd in beeld te brengen hoe het hier nu mee staat. Eén van de conclusies uit die rapportage, vorige week gepresenteerd, is dat de hindernissen om tot werkbare inhoudelijke plannen te komen op dit moment (te) groot zijn. Dit speelt vooral bij woonwijken, waar de financiering van infrastructuur op het gebied van energie, drinkwater en groen tekortschiet. Dit belemmert de uitvoering en met een Bouman’s blik zijn dit nu juist de crisisvraagstukken die prioriteit zouden moeten krijgen.

Volgens hoofdonderzoeker bij het PBL Rienk Kuiper zouden Rijk en provincie voor de ruimtelijke opgaven waar we voor staan samen tot keuzes op hoofdpunten moeten komen. Hierbij is het belangrijk dat er verder wordt gekeken dan 2030 en dat in de plannen ruimte zit voor onzekerheden. Een boodschap die aansluit bij de oproep van Bouman om meer bedachtzaamheid. 

Verder gaat het volgens Kuiper, naast het maken van een inhoudelijke slag, om het anders (niet sectoraal) inzetten van financiering. Een leerzaam voorbeeld hiervoor zijn de in sommige provincies al lopende regionale investering agenda’s (RIA), waarbij wordt ingezet op het regionaal en integraal afwegen en organiseren van opgaven en bijbehorende financiering. 

Voor het nieuwe kabinet gaat betaalbaar wonen vóór duurzaamheid en vóór windmolens 

Een wezenlijke vraag is natuurlijk hoe het aankomende kabinet hier tegenaan kijkt. Voor hen gaat betaalbaar wonen vóór duurzaamheid en vóór windmolens. Ze zetten in op meer ruimte voor buitenstedelijk bouwen: meer grotere woonlocaties en er mag ‘overal een straatje erbij’, er komt meer ruimte voor woningen op eigen erf en permanent wonen in recreatieparken wordt toegestaan. 

Duurzaamheid is natuurlijk een breed begrip, maar kijken we naar de oorzaken voor vertraging die het PBL noemt kan de energietransitie wellicht wat langzamer maar voldoende drinkwater (schoon grond- en oppervlaktewater met zuinig gebruik) lijkt me toch een prioriteit evenals ‘groen’ voor een gezonde leefomgeving voor mens en dier. Denk aan hittestress, overlast en schade bij heftige regenbuien, en het besef dat biodiversiteit staat voor een gezond ecosysteem dat naast CO2 opvang ook gaat over beschikbaarheid van grondstoffen zoals voedsel, medicijnen en bouwmaterialen.

We moeten het woningtekort natuurlijk niet bagatelliseren, maar kijkend naar de analyse van Bouman zou de klimaat- en biodiversiteit minstens zo hoog op de agenda zouden moeten staan. Wat hierbij kan helpen, is mogelijke oplossingen zo concreet mogelijk te verwoorden en niet in het woord duurzaamheid te blijven hangen.