We leven in een risicomaatschappij wet grote onzekerheden. Burgers zullen meer verantwoordelijkheid moeten krijgen en burgers moeten, net als bedrijven, meer verantwoordelijkheid nemen. De politieke wil om anders met burgers om te gaan, mag er te zijn, maar op tijd echt luisteren, oog hebben voor verschillende waarden en indien nodig of gewenst de dialoog aangaan, dat is toch van een andere orde.
In de jaren tachtig introduceerde de Duitse hoogleraar sociologie Ulrich Beck het begrip risicomaatschappij. Het verwijst naar een samenleving waarin onzekerheid en angst onder burgers over risico’s en bedreigingen een steeds grotere rol spelen. Ook voor bedrijven is dit actueel. KPMG brengt jaarlijks in beeld wat CEO’s over de hele wereld zien als de grootste risico’s voor hun bedrijven. Geopolitieke onzekerheden staan voor hen met stip op nummer één. Gevolgd door operationele problemen en op drie de ontwrichtende en opkomende technologieën.
Deze risico’s zijn ook te vertalen naar de ruimtelijke ordening. Zo zorgen de groei aan geopolitieke conflicten met cyberaanvallen en de dreiging van het gebruik van nucleaire wapens en terrorisme ervoor dat het aantal militaire voorzieningen wordt uitgebreid en de openbare ruimte soms als onveilig kan worden ervaren. Operationele problemen kennen we ook, zoals maatschappelijke onrust bij conflicterende ruimteclaims, bij onvoldoende betaalbare huisvesting, klimaatonzekerheden (natuurrampen, zeespiegelstijging en extreem weer), toenemende energietekorten door een gebrek aan stroomnetten, en natuurlijk de stikstofrem.
Vanuit de technologiehoek zien we de groeispurt van AI met de benodigde datacentra die ruimte, stroom en water slurpen. Ook is sprake van verschillen in de samenleving in relatie tot technologische expertise en de toegang hiertoe, alsmede de macht van sociale media met influencers en fake news.
We leven in een tijd van tegenstellingen, conflicten en een laag vertrouwen in de politiek
Volgens Beck kunnen traditionele instituties niet altijd adequaat reageren op de risico’s en hun gevolgen. De gevoelens van onveiligheid maken volgens hem dat burgers bereid zijn om een deel van hun vrijheid op te geven. Dit is terug te zien in de groei in Europa van populistische partijen, waar ‘het volk’ tegenover ‘de gevestigde elite’ wordt gezet. Mede gebaseerd op een identiteitspolitiek waarbij vanuit een bepaalde sociale identiteit geprotesteerd wordt tegen een onrechtvaardige behandeling. “Woke” is hierbij een belangrijk (container)begrip dat uit de Verenigde Staten komt en zich oorspronkelijk richtte op het bewustzijn van sociale privileges van anderen met een streven naar veranderingen in structuren die (culturele) ongelijkheid in stand houden. Dit handelen vanuit een ‘eigen’ groep is steeds vaker zichtbaar. De vraag om erkenning en gevoelens van inperking van vrijheid en bestaanszekerheid spelen hierbij een belangrijke rol.
Bovenstaande ontwikkelingen dragen eraan bij dat we leven in een tijd van tegenstellingen, conflicten en een laag vertrouwen in de politiek (25 procent volgens CBS cijfers). Het onderlinge vertrouwen tussen burgers ligt met 66 procent gelukkig een stuk hoger. Wat hierbij belangrijk is om te weten, is dat een groeiende sociale ongelijkheid een belangrijke vertrouwensfactor is. Dit zien we terug in SCP-onderzoek waaruit blijkt dat praktische opgeleide mensen minder vertrouwen hebben in de politiek en in elkaar. Uit de Edelman Trust Barometer blijkt verder dat het vertrouwen in de media en de wetenschap respectievelijk op 49 en 77 procent ligt.
Een meer reflexieve en verantwoordelijke samenleving als antwoord op de onzekerheden
Alles overziend ligt er in de dialoog tussen (groepen) burgers onderling voor onze ruimtelijke opgaven een belangrijke sleutel om tot zo breed mogelijk gedragen oplossingen te komen. Beck pleit voor een meer reflexieve en verantwoordelijke samenleving als antwoord op de onzekerheden. Burgers voelen zich nu niet altijd gehoord door gebrekkige informatie en onduidelijke inspraakprocedures. Ze voelen zich niet serieus genomen worden bij de besluitvorming en er is een gebrek aan transparantie.
Burgerparticipatie, zoals de Omgevingswet die verplicht stelt in welke vorm dan ook, kan een begin zijn van herstel van onderling vertrouwen en gedeelde verantwoordelijkheid. Op gebiedsniveau zijn hier al diverse leerzame voorbeelden van. Voor de interactie tussen lokale, regionale en nationale opgaven zijn ook andere vormen nodig, zoals (digitale) burgerdialogen en burgerfora.
Een beroep doen op de ‘volkswil’ is te gemakkelijk en onvoldoende
We leven dus meer en meer in een risicomaatschappij waar op diverse gebieden (geopolitiek, operationeel en technologisch) sprake is van grote onzekerheden. Burgers zullen meer verantwoordelijkheid moeten krijgen en burgers moeten, net als bedrijven, meer verantwoordelijkheid nemen. Speciale aandacht behoeven de burgers die hier (nog) niet toe in staat zijn.
De politiek heeft hier een grote verantwoordelijkheid en zal impopulaire maatregelen moeten nemen. Een beroep doen op de ‘volkswil’ is te gemakkelijk en onvoldoende. De politieke wil om anders met burgers om te gaan, mag er te zijn, maar op tijd echt luisteren, oog hebben voor verschillende waarden en indien nodig of gewenst de dialoog aangaan, dat is toch van een andere orde. Of het nieuwe programkabinet hiermee daadwerkelijk aan te slag gaat, of hiertoe in staat is, moet nog maar blijken.
https://romagazine.nl/artikel/28323/welkom-in-de-risicomaatschappij