De coronacrisis roept de vraag op wat gebiedsontwikkeling kan doen voor het welzijn van burgers. Welzijn is een breed begrip met twee definities. De eerste gaat over hoe goed het met iemand gaat vanuit lichamelijk, geestelijk en sociaal perspectief. En de tweede gaat over het economische perspectief, over de mate waarin de mensen hun materiële én immateriële behoeften bevredigd achten.
Benodigde miljarden
Een bruikbaar concept voor welzijn is de in 2006 gelanceerde Happy Planet Index (HPI). Dit is een index die maatregelen voor een duurzaam menselijk welzijn en de milieu-impact meet. Het Bruto Binnenlands Product (graadmeter voor de welvaart in een land) wordt als ongepast beschouwd, omdat het uiteindelijke doel voor de meeste mensen niet is om rijk te zijn, maar om gelukkig en gezond te zijn. De vertaling naar gebiedsontwikkeling maakte NEPROM in 2018 met de publicatie: Ruimte maken voor Nationaal Geluk. Daarnaast verzorgde Dura Vermeer dit jaar een digitale sessie op de Provada onder de titel The Good Life, waar gezondheid en geluk voor de gebruikers centraal staat.
Een belangrijke geluksfactor is de beschikbaarheid van woningen voor alle doelgroepen. Kijken we naar Nederland, dan staat de vraag naar middeldure (huur)woningen al jaren op de ruimtelijke agenda. Toch komt de productie maar moeizaam van de grond. Daarom is het goed dat de bouw in deze coronatijd een oproep heeft gedaan te voorkomen dat bouwplannen worden uitgesteld of geschrapt. Remkes’ adviezen over de aanpak van de stikstofproblematiek hebben hieraan bijgedragen, door de bouwsector een stikstofkrediet te geven dat in tien jaar tijd moeten worden afgelost. Daarbij heeft de Woningbouwalliantie, een groep van zeventien partijen waaronder gemeenten, ontwikkelaars, bouwbedrijven, makelaars en installateurs, een oproep gedaan richting het Rijk om de benodigde miljarden euro’s te investeren in betaalbare én duurzame huizen.
Culturele achtergrond
Het onder druk staan van woningen voor de lagere- en middeninkomens zien we niet alleen in Nederland. Dit vraagstuk speelt wereldwijd in grote steden, maakte de documentaire PUSH duidelijk. Partijen als het Amerikaanse Blackstone, de grootste mondiale durfinvesteerder, koopt van private verhuurders betaalbare woningen, knapt ze op en verhoogt de huur. Het was pijnlijk om in de documentaire te zien dat mensen met lagere inkomens uit hun woning werden verdreven en dat veel van de nieuwe woningen gewoon leegstonden. Niet vreemd dat deze Blackstone-werkwijze in Londen en Barcelona tot protesten heeft geleid. De Verenigde Naties staan aan de kant van de actievoerders. Zij geven aan dat de aanpak van Blackstone in strijd is met internationale mensenrechten, zoals het recht op een huis.
Nederland heeft gelukkig regels om de huurders te beschermen, maar ook hier zien we zeker in de grote steden een groei van het aantal woningen dat in handen is van Blackstone. Laat het Rijk niet wachten op een groei van dit type bedrijven, maar bijdragen aan het welzijn en – in lijn met de oproep van de Woningbouwalliantie – investeren in betaalbare duurzame woningen, met oog voor leeftijd, culturele diversiteit en inkomen. We weten immers al decennia dat mensen met lagere en middeninkomens het meest kwetsbaar zijn. Zij beschikken over minder sociale relaties en lagere inkomens en zijn niet of beperkt verbonden met hun eigen biologische en culturele achtergrond.
De hoogste tijd
Vanuit het welzijnsperspectief is gezondheid ook een belangrijke factor. Daarom zou het goed zijn als bij de oproep van de Woningbouwalliantie richting het Rijk ook wordt gekeken naar maatregelen die bijdragen aan onze gezondheid. Naast het verbeteren van de luchtkwaliteit gaat het om het voorkomen van sociaal isolement, het stimuleren van gezond gedrag en de inrichting van de woonomgeving. Rotterdam heeft hierin een voortrekkersrol genomen door 233 miljoen te investeren in zeven grote groene stadsprojecten. Zo krijgt Rotterdam er de komende 10 jaar een aantal grote en kleine parken bij. Dit gaat om investeringen en ruimtelijke ingrepen die bijdragen aan het stimuleren van gezond gedrag én plekken scheppen voor ontmoeting van verschillende culturen en inkomensgroepen.
Als de coronapandemie ons één ding leert, is dat het voor een mensenleven niet alleen om welvaart gaat, maar ook om welzijn. Een andere les is het dat het perspectief van waaruit de overheid kijkt nooit eenduidig is. Zo stond zeker bij het uitbreken van de crisis de invalshoek gezondheid met stip op één. Nu horen we hier kritische geluiden over en komt er weer steeds meer aandacht voor het beperken van de economische schade en bredere maatschappelijke belangen.
Hetzelfde geldt voor gebiedsontwikkeling. Het gaat om de woningnood én om aandacht voor welzijn, gezondheid, een sterke economie en de klimaatuitdagingen. Deze moeten gezamenlijk worden opgepakt. Kortom: het is de hoogste tijd voor een Happy Planet Index voor gebiedsontwikkeling, om zo bij te dragen aan een duurzame toekomst voor iedereen!