Tijd voor een Sociaal Deltaplan Wonen

De wens van het Kabinet is om het landelijke huizentekort de komende jaren terug te dringen door 300.000 woningen te bouwen. Met Woondeals wordt op dit moment door het Rijk en regionale publieke partijen in een aantal regio’s in beeld gebracht wat geschikte nieuwbouwlocaties zijn. Ook is recent door minister Stientje van Veldhoven aangegeven dat er een aanvullingsbrief op de NOVI komt met aanvullende concrete locaties. Kortom: het Rijk is weer in beeld in de ruimtelijke ordening.

Een pikant nieuwtje hierbij is het recente bericht dat de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) de samenvatting van haar jaarverslag in 2019 radicaal heeft aangepast. Het gaat om de passage dat “het systeem van ruimtelijke ordening op punten onvoldoende werkt” omdat gemeenten, provincies en het Rijk “de nationale belangen ondanks de wettelijke veranderingen regelmatig uit het oog verliezen”. Deze kritische conclusie werd uit het rapport gehaald en vervangen door de zin: “Het beeld is dat de feitelijke inpassing voldoende is”. Kortom: de decentralisatie van de ruimtelijke ordening zou goed verlopen.

We zien echter een andere ontwikkeling. Zo heeft de Tweede Kamer een motie van de PvdA en CDA aangenomen om in het volgende kabinet de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM) terug te laten keren. Pleitte Roeland van der Schaaf, wethouder wonen van de Gemeente Groningen (PvdA), voor een nationaal Deltaplan voor woningbouw. En vroeg Kim Putters een Deltaplan te maken voor de krimpregio’s vanwege de vergrijzing en een teruglopend aantal voorzieningen.

Een nieuw ministerie van VROM vraagt tijd. Met de huidige woningnood is een nationaal Deltaplan op dit moment dus de beste oplossing.

Hoe zou dit eruit kunnen zien? In een zestal regio’s is met een Woondeal een eerste aanzet gemaakt voor geschikte nieuwbouwlocaties voor een Deltaplan. Een leerzame deal is gemaakt in de regio Arnhem-Nijmegen. Door het Rijk, de Provincie Gelderland en 18 gemeenten is hier een Woondeal gesloten om snel meer woningen te bouwen. Tot 2025 moeten er 20.000 woningen bijkomen, op de lange termijn zelfs 50.000 tot 60.000. De Woondeal moet ervoor zorgen dat er sneller en meer betaalbare huur- en koopwoningen worden bijgebouwd. Naast de woningbouwopgave is ook gekeken naar de bereikbaarheid van de betreffende bouwlocaties. Verder zet burgermeester Ahmed Marcouch van Arnhem ook in op de aanpak van economische ongelijkheid met het verbeteren van de leefbaarheid en het vooruit helpen van kwetsbare wijken.

In zijn nieuwe boek Kapitaal en Ideologie pleit Thomas Piketty ook voor de aanpak van economische ongelijkheid. De groei van deze ontwikkeling doet zich volgens Piketty sinds de jaren ’80 en ’90 vrijwel overal ter wereld voor. Volgens hem is hier na de kredietcrisis veel te weinig aandacht voor geweest. De markt blijkt niet zelfregulerend, aldus Piketty. Hij pleit daarom voor een nieuw socialisme, met onder meer hogere belastingen voor de topinkomens en medezeggenschap voor burgers. Met een multidisciplinaire aanpak om te komen tot een evenwichtig perspectief op het gebied van gelijkheid, sociaal eigendom, onderwijs en de verdeling van kennis en macht.

Kijken we naar Nederland, dan zien we dat het reëel besteedbaar inkomen van huishoudens sinds eind jaren ‘70 nauwelijks is toegenomen. De groei van het inkomen is sterk achtergebleven bij de economische groei. Binnen Europa is de sociale ongelijkheid in periode van 1980 tot 2020 gestegen met 30 tot 35 procent. Binnen Nederland ligt dit percentage lager, maar verdient het evengoed aandacht. Zo is het aantal sociale huurwoningen gedaald van 40 procent in 1989 tot 28 procent in 2020 en zijn de prijzen in de vrijehuursector gestegen. Ook is het gat tussen meer en minder leefbare wijken toegenomen.

Binnen Nederland is de sociale ongelijkheid lager, maar verdient het evengoed aandacht

Dat bovenstaande sociale ongelijkheid is gestegen vanaf de jaren ‘80 is mede een gevolg van de marktwerking in de publieke sector, de deregulering en privatisering. Dit wetende zijn de volgende punten belangrijk voor een Sociaal Deltaplan Wonen:

  • Samenwerking tussen overheden en de markt. Kijk voor de uitvoering van de Woondeals en andere concrete locaties samen met marktpartijen welke gebieden snel te ontwikkelen zijn. Leer hierbij van de vinexwijken. Welke wijken zijn sociaal-economisch het meest succesvol in leefbaarheid als gekeken wordt naar wijken met (sociale)huur- en koopwoningen?
  • Sociale invalshoek. Naast de Woondeal-locaties is het belangrijk om steden met een relatief eenzijdige woningvoorraad hoog op de agenda te zetten. Deze steden zijn gebaat bij herstructurering en het toevoegen van nieuwbouw. Denk naast kwetsbare wijken aan vergrijsde wijken, groeiende migratie en sommige groeikernen uit de jaren ‘70 waar sprake is van een eenzijdige woningvoorraad.
  • Haalbaarheid en betaalbaarheid. Problemen, zeker voor betaalbare huisvesting zijn onder meer de grondprijs, stijgende bouwkosten en de schaarste aan werknemers in de bouw. Laat publieke partijen niet altijd de hoofdprijs vragen voor de grond. En stimuleer sneller en voordeligere systeembouw en flexwonen aan de private kant.

Regie van het Rijk voor dit alles is geen overbodige luxe. Met de Woondeals en de recente stevige boodschappen van minister Stientje van Veldhoven voor aanpak van de woningnood zijn de eerste stappen voor een Sociaal Deltaplan wonen gezet. Het is belangrijk dat dit plan met de markt wordt afgestemd om de urgente woningbouwopgave gezamenlijk, haalbaar en zo efficiënt mogelijk uit te voeren. Dit zonder de kwaliteit en de sociale problematiek waar Putters, Marcouch en Piketty op duiden uit het oog te verliezen.