Ander voedselpatroon als aanjager van landschappelijke veranderingen

De helft van het Nederlandse grondgebied is agrarisch. In Groningen, Friesland, Drenthe, Overijssel en Zeeland is dit zelfs meer dan 70%, waarvan  – naast akkerbouw en tuinbouw – meer dan de helft grasland. Een recent artikel in het medisch wetenschappelijk tijdschrift The Lancet roept op tot een drastische verandering in ons huidige voedingspatroon. Goed om te weten als land, dat met stip op 2 staat als voedselexporteur.

Om in 2050 de wereld duurzaam te kunnen voeden dient onze vleesconsumptie te worden gehalveerd. Bij het toekomstige eten moeten we denken aan volkoren granen, noten, peulvruchten, groente en fruit. Zelf staan Nederlanders zeker nog niet te trappelen van ongeduld voor deze omslag in eten. Eind vorig jaar had supermarkt AH bijvoorbeeld nog een twitterrelletje om een zwaar vegetarische kerstspecial. De tekst in de twitterstorm: er staan te weinig vlees- en visgerechten in. Wat betekent dit alles nu voor ons buitengebied? Naast robotisering, drastische krimp van varkensstallen en pluimvee, nog minder koeien in de wei, groei van gestapelde hogere glastuinbouw en een groei van de notenproductie met bij Nederland passende hazelnootstruiken en walnootbomen?

Behalve landschappelijke transformaties, speelt zich buiten het blikveld van veel stedelingen nu al een forse verandering af op agrarische gronden. Denk aan de datacentra en energielandschappen met zonnepanelen en windmolens op land en zee. Daarnaast wordt de aanpak van inklinkende veenweidegebieden steeds urgenter. In sommige gebieden is het niveau van de wegen en het waterpeil op een paar centimeter na gelijk. Keren we terug naar dijken, gemalen of terpen? Een pittige opgave naast het versterken van dijken en meer waterbergingsgebieden.

Ingrijpende veranderingen in het landschap zijn niet nieuw. In de tweede helft van de 19e eeuw maakte Nederland als gevolg van de industriële revolutie ook een drastische omslag door. Er kwamen fabrieken, de mensen trokken  van het platteland naar de stad en op diverse plekken reden tramlijntjes met stoomlocomotieven. In de 20e eeuw volgden verdere industrialisatie, ruilverkaveling, ontwikkeling van forse bedrijventerreinen en het opslokken van het buitengebied door rijtjeswoningen in groeikernen en met de Vinex langs stedelijke randen. Hoe verder? Wat past bij onze Holland Metropool? Hoe gaan we om met de economische impact? Wat raakt onze gezondheid? En wat koesteren we vanuit gebiedsontwikkeling? Is de canon van het Nederlandse landschap nog actueel? Het is de hoogste tijd om deze sluimerende ontwikkelingen op de agenda te zetten. Wake-up burgers, boeren en buitenlui!

Hup, Holland hup: we laten het mondiale klimaat in haar hempie staan

Met de provinciale verkiezingen in aantocht zien we vooral nationaal een opleving van populistisch taalgebruik. Volgens de Belgische filosoof David Van Reybrouck moeten we populisme niet wegzetten als iets slechts, maar als iets dat gaat over verbeteren. Volgens hem is populisme protestpolitiek. Wat kan gedaan worden aan de groeiende kloof tussen een steeds vaker protesterende massa en de elite? Premier Rutte ziet ook ruimte voor populisme. Het past volgens hem bij het luisteren naar het volk en hun zorgen. Mits men zich niet richt op provocatie van burgers, maar er ook serieuze oplossingen worden gepresenteerd.

Een actueel mooi voorbeeld is de reactie van president Macron op het Gele Hesjes-protest in Frankrijk. Na het terugdraaien van enkele klimaatmaatregelen roept de president zijn burgers begin dit jaar op voor een nationaal debat, onder andere over het klimaat. Bij zijn eerste bezoek in Normandië in het plaatsje Grand Bourgtheroulde ging hij in gesprek met bewoners en 600 burgemeesters. Hij startte het gesprek met ‘mijn enige zorg bent u’ en bleef zo’n zeven uur om daadwerkelijk een gesprek te kunnen voeren.

‘Met de aankomende provinciale verkiezingen neemt het populistische taalgebruik bij politici toe’

Laten we met deze bril op eens kijken wat we horen vanuit Den Haag over de Klimaatwet. Met de aankomende provinciale verkiezingen neemt het populistische taalgebruik bij politici toe. Maar weinig mensen zal de uitspraak van Klaas Dijkhoff van de VVD in de Telegraaf zijn ontgaan, waarin hij zijn handen van het klimaatakkoord afhaalt. Eerder gaven de PVV en Forum voor Democratie (FVD) aan tegen de Klimaatwet te zijn. Bij de PVV hoorde we: het is een ‘vreselijke wet’ die Nederland naar ‘de knoppen’ helpt. En volgens FVD is er zelfs geen klimaatprobleem en heeft de mensheid er geen invloed op.

Bovenstaande geluiden gaan niet in op burgerprotest of burgerinitiatieven. Het is een vorm van inhoudsloze protestpolitiek. De uitspraken bevatten ook geen begrijpelijke oplossingen voor burgers, gegeven de uitdaging waar Nederland voorstaat met het Parijse Klimaatakkoord uit 2015. Ja, we zijn maar een klein land en leveren een bescheiden bijdrage aan de wereldwijde CO2 reductieopgave. Ja, landen als China, Rusland en de VS kunnen een veel groter verschil maken. En ja, president Trump trekt voor de VS zijn handen af van het Parijse Klimaatakkoord.

‘China kiest een andere koers en het Verenigd Koninkrijk loopt voorop met CO2-reductie’

Maar Rusland, land van olie, gas en delfstoffen, zet in op een neutraal geluid. Poetin zegt het Klimaatakkoord niet als bedreiging te zien. En China, het land met de grootste CO2 uitstoot, kiest duidelijk een andere weg. Dit land ziet het Klimaatakkoord samen met de EU als onontkoombaar. Zo heeft het de afgelopen jaren ingezet op groei van duurzame energie, met een omvang die de capaciteit van bestaande kolencentrales overtreft. Een pikant detail binnen de EU, is dat het Verenigd Koninkrijk met de Brexit voor de deur op dit moment voorop loopt bij het verminderen van de CO2-uitstoot. In dit land is al in 2008 een klimaatwet ingevoerd.

Kijken we naar de CBS metingen dan loopt Nederland in vergelijking met andere Europese landen al lange tijd achter met de aanpak voor schone energie en uitstoot van broeikasgassen. In 2015 hield Urgenda samen met veel burgers in de Klimaatzaak de Nederlandse staat voor dat ze zich aan de internationale klimaatafspraken moest houden. Na een hoger beroep van de Nederlandse staat op 9 oktober 2018 vorig jaar bekrachtigde het Hof in Den Haag de uitspraak van de Klimaatzaak uit 2015: omdat de Staat de burgers moet beschermen tegen de gevolgen van klimaatverandering, moet Nederland de uitstoot van broeikasgassen terugdringen met ten minste 25 procent ten opzichte van  1990*.

‘Burgerinitiatieven zijn belangrijk, maar niet voldoende om te voldoen aan het Parijse Klimaatakkoord.’

Dit wetende is het niet vreemd dat in onze provincies met de verkiezingen voor de deur investeringen in klimaatmaatregelen hoog op de agenda staan. Maar de eerste haperingen bij lokale initiatieven worden echter ook zichtbaar. Zo is daar bijvoorbeeld het recente nieuws over de vele lokale initiatieven voor zonne-energie in de provincies Groningen en Drenthe die stranden omdat er een gebrek is aan de hoeveelheid benodigde capaciteit op het elektriciteitsnet. Een voorbeeld dat de spanning tussen de Haagse koers en burgerinitiatieven blootlegt.

Hoe verder? Politiek protest biedt geen oplossing. Burgerinitiatieven zijn belangrijk, maar niet voldoende om te voldoen aan het Parijse Klimaatakkoord. Provincies bieden met hun regionale schaal kansen om samen met netwerkbedrijven en energieleveranciers een volgende stap te zetten. Hierbij is nationale (financiële) steun noodzakelijk. Voor bedrijven is een heldere koers hierin essentieel. Een actueel voorbeeld is het wel of niet kiezen voor CO2-opslag. De Rotterdamse haven ziet graag een bijdrage in de financiering van een pijplijn voor afvang van CO2 bij fabrieken en opslag in de Noordzee. Maar er zijn ook geluiden dat dit indruist tegen doelstelling van CO2-verlaging.

‘Provincies zijn een belangrijke schakel om burgers op lokaal niveau mee te nemen bij moeilijke beslissingen’

Na de klimaattafels is het nu de hoogste tijd voor nationale keuzes en daar waar nodig een debat met de samenleving. Laten we hier Frankrijk volgen, en leren van Engeland bij de klimaataanpak, maar tegelijkertijd goed kijken naar de negatieve gevolgen van een Brexit. Als de verwarming van de aarde in het huidige tempo doorgaat, zal voor alle Europese landen de vluchtelingendruk stijgen uit landen met extreme droogte en watergebrek. Reductie van de CO2 vraagt afstemming en samenwerking tussen landen. Ook voor de afbouw van fossiele brandstoffen, pijpleidingen en stroomnetwerken zijn landen afhankelijk van elkaar. En laten we het belang van het koesteren van Europese waarden niet uit het oog verliezen.

Een ‘vreselijke wet’, ‘geen klimaatprobleem’? Handen af van het Klimaatakkoord! Laten we onze borst maar nat maken, de verwachting is dat de uitvoering van het Urgenda-arrest, bovenop de afspraken in de Klimaatwet extra maatregelen onafwendbaar maakt. De klok loopt door en de druk op het maken van nationale keuzes wordt steeds groter. In lijn met de Omgevingswet zijn de provincies op regionaal niveau een belangrijke schakel om burgers op lokaal niveau mee te nemen in de niet eenvoudige keuzes die moeten worden gemaakt. Hierbij is een interessant gegeven dat volgens CPB-directeur Kim Putters onder de laagopgeleiden 70 procent vindt dat burgers meer moeten meebeslissen in een directe democratie. Populisme, prima, maar laat de leeuw niet in haar hempie staan. Echte mannen kiezen voor een leeuw met bij Nederland passende klimaatschoenen. Die durft de hele wereld aan.