Stop de begripsinflatie in gebiedsontwikkeling

Duurzaamheid, inclusie en democratie. Woorden die ook in gebiedsontwikkeling last hebben van begripsinflatie. Ze verliezen hun waarde en liggen steeds vaker onder vuur bij burgerprotesten. Dit terwijl de bijbehorende opgaven juist steeds urgenter worden.

Met stip op 1: duurzaamheid. Dit jaar verkozen tot het vijfde meest irritante woord bij de verkiezing ‘weg met dat woord’ van het  Instituut voor de Nederlandse Taal. Het eerste deel van het woord: ‘duur’ wordt door burgers geassocieerd met iets dat geld kost. Het is een woord geworden met te veel betekenissen volgens Barbara Baarsma (directeur Kennisontwikkeling Rabobank).

Begripsinflatie zien we ook bij het woord inclusie. Oorspronkelijk staat dit woord voor insluiting in de samenleving van achtergestelde groepen op basis van gelijkwaardige rechten en plichten. De laatste jaren zijn er echter diverse Engelstalige publicaties verschenen over de ‘inclusive city’. Boeken over het lokaal aanpakken van groeiende ongelijkheid in steden. Over ongelijke kansen, segregatie en een middenklasse waarvoor de huizen in aantrekkelijke buurten van creatieve steden onbetaalbaar worden. Herkenbare vraagstukken bij gebiedsontwikkeling. Maar net als bij duurzaamheid, wordt het steeds vaker gezien als containerbegrip. Zie het recente opiniestuk van Hans-Hugo Smit: Dag inclusieve stad!

Dan onze democratie. Dreigt ook hier begripsinflatie? Via vrije verkiezingen kunnen wij burgers invloed uitoefenen op de samenstelling en het beleid van onze regering en het lokale bestuur. Maar ondanks de decentralisatie en de groei van lokale partijen, ligt het aantal uitgebrachte stemmen bij lokale verkiezingen met zo’n 50% fors lager dan bij nationale verkiezingen (75%). Wat als deze dalende lijn zich verder voortzet? In 2021 wordt de nieuwe Omgevingswet van kracht.

Tijd om democratie en de andere aangehaalde begrippen af te serveren? Of zoeken naar andere woorden? Zoals de prijsvraag die Barbara Baarsma dit najaar lanceerde: een andere naam voor duurzaamheid. Op zoek naar een woord dat richting geeft en enthousiast maakt? Met als eerste ingezonden toppers: ‘Aardlief’, ‘Planet Proof’ en ‘Toekomstwaardig’…

Nee, ik denk niet dat hier de antwoorden liggen voor begripsinflatie. Pak de grote woorden ‘duurzaam’, ‘inclusief’ en ‘democratie’ aan. Ga het gesprek aan met elkaar over welke vorm past per opgave. Voor gebiedsontwikkeling: heldere nationale keuzes in afstemming met regionale initiatieven. Geef woorden de kleur van deze tijd en zorg voor heldere kaders. Broodnodig houvast bij veel lokale gebiedsuitdagingen en basis om te komen tot concrete resultaten. Aan maatschappelijke noodkreten – luister naar de Gele Hesjes – zal het kiezen voor deze koers niet liggen…

Mondiale macht: aan de slag met lokale kracht

We zitten midden in een fase van geopolitieke veranderingen. Internationale betrekkingen en machtsverhoudingen tussen landen verschuiven. Dit heeft invloed op de klimaataanpak, handel en migratie. Hier zien we grote verschillen in keuzes die landen maken. Welke weg kiezen Rusland, de VS en China, met haar grote delfstoffenvoorraad in de klimaatopgave? Hoe loopt het af met de handelsoorlogen van de VS? En welke vorm krijgt de afspraak van 192 Verenigde Naties lidstaten (niet de VS) om de wereldwijde migratie te reguleren? Drie grensoverschrijdende vraagstukken, die blootleggen hoe we omgaan met onze overbelaste planeet. En met gevolgen voor duurzame gebiedsontwikkeling.

Als eerste een voorbeeld bij de klimaatopgave. Op Europees niveau zijn voor 2020, 2030 en 2050 doelen gesteld voor vermindering van de CO2-uitstoot, energiebesparing en de ontwikkeling van hernieuwbare energie. Nederland was lange tijd een van de grootste aardgasproducenten van Europa, maar staat nu voor de energietransitie. Dit kunnen we niet alleen. Met de 325 kilometer lange Cobra-kabel zijn deze maand de elektriciteitsnetwerken van Denemarken en Nederland verbonden. Er zijn al dergelijke verbindingen met Duitsland, België, Groot-Brittannië en Noorwegen. Een mooie illustratie van de wederzijdse afhankelijkheid is de recente vraag van België aan haar buurlanden om stroomcapaciteit vanwege een mogelijk tekort aan elektriciteit dit najaar. Met de groei van zon- en windenergie zal deze uitwisseling van elektriciteit met buurlanden alleen maar toenemen.

Wederzijdse afhankelijkheid duurzame Europese stroomnetwerken

In aansluiting op bovenstaande ontwikkelingen zien we bij gebiedsontwikkeling een groei van lokale initiatieven. Voor energie is het grootste voorbeeld op dit moment het windmolenproject Krammer in Zeeland, tot stand gekomen en gefinancierd via burgers in twee windcoöperaties. Verder wordt op verschillende locaties gekeken wat een energiecoöperatie en netbeheerder voor elkaar kunnen betekenen in de energieketen. En zien we hoe huurders bij een woningcorporatie gestimuleerd worden om aandelen in zonnepanelen te kopen via een wijkenergiecoöperatie. Inzet: het betaalbaar houden van de energielasten voor burgers.

Dan de handelsfrictie tussen de VS, China en andere landen. We moeten de risico’s daarvan voor de wereldhandel in het vizier houden, maar óók voor gebiedsontwikkeling. Neem bijvoorbeeld de invoerheffingen op zonnepanelen vanuit de VS met als reactie vanuit China: goedkope zonnepanelen voor de Europese markt. Hier valt als Nederlands bedrijf lastig mee te concurreren en het heeft gevolgen voor hoe wij als organisaties, bedrijven en burgers hiermee omgaan: gaan we voor goedkoop, voor duurzaamheid of voor kwaliteit. Welke protectionistische maatregelen hebben de grootste impact op onze doelstellingen en de benodigde producten voor de komende jaren?

Bijna een kwart van de Nederlandse bevolking heeft een migratieachtergrond

Het derde punt is de migratie. Sinds 2016 (Jaarrapport Integratie) wordt niet meer gesproken over autochtonen en allochtonen, maar over personen met een Nederlandse of migratieachtergrond. Op dit moment heeft in Nederland 23 procent van de bewoners een migrantenachtergrond. Een ontwikkeling die we vooral in de West-Europese landen zien is een verdere stijging van de bevolkingsgroei als gevolg van de migratie. Dit is vooral zichtbaar in de grote steden. Rotterdam heeft inwoners uit ongeveer 240 verschillende landen. Het is dus niet zo vreemd dat we hier ook een verschil in waarden zien. Op welke factoren kunnen we dan bij gebiedsontwikkeling sturen? Hoe zorg je voor wijken waar iedereen zich prettig kan voelen, ongeacht of juist gegeven de afkomst?
Ik heb daar in een eerdere column al over geschreven.

Hoe burgers mee te nemen in de grote mondiale ontwikkelingen?

Niet alleen bij migratie en klimaatopgave, ook voor handel staan landen voor de vraag hoe burgers mee te nemen in de geschetste mondiale ontwikkelingen. Een mooie illustratie bij handel is de herdenkingstour op 11 november over het einde van de Eerste Wereldoorlog honderd jaar geleden. Tijdens deze tour zagen we, als gevolg van dalende koopkracht en stijgende energieprijzen botsingen tussen de Franse president Macron en gewone burgers, onder meer werkzaam in de auto-industrie. Macron vertelt over de stijgende olieprijs en geeft aan dat zijn regering de diesel zwaarder belast om koop van schonere auto’s te stimuleren. Afsluitend zei hij: ‘We moeten er samen een succes van maken’. Een mooie uitspraak, maar na zijn bezoek wordt de groep protesterende mensen in gele hesjes alleen maar groter. De boodschap om er samen een succes van te maken is niet eenvoudig in deze tijd.De klimaatopgave en mondiale handelsfricties leiden tot onzekerheden in de wereldeconomie en hebben zeker voor deze protesterende burgers effect op hun bestedingsruimte.

Kijken we naar burgerprotest bij gebiedsontwikkeling, dan staan wij ook voor deze uitdaging. De onzekere tijd door de mondiale macht, vraagt aandacht voor lokaal vertrouwen en oog voor de lokale kracht!