Van verzorgingsstaat naar verzorgingsstad

COLUMN De terugkeer van Paars? Ook in 1995 werden de overheidsfinanciën met succes gesaneerd en stond beleid
om de werkgelegenheid te stimuleren centraal. 

Vermindering van de staatsschuld werd net als nu in het herfstakkoord gekoppeld aan lastenverlichting voor burgers en bedrijven. Paars spande zich in om de marktwerking te vergroten. Het was het jaar waarin Kok zijn ideologische veren afschudde in zijn Den Uyl-rede. Hij haalde hierbij een uitspraak aan van Den Uyl uit 1956: ‘Het doen wat de hand te doen vindt om te doen levert de samenleving meer op dan een utopisch geloof in ‘het’ socialisme; tegelijkertijd is het belangrijk een oriëntatie te bieden op droom en verlangen.’
Met het doen zit het wel goed in het herfstakkoord, maar hoe zit het met een verhaal van ‘droom en verlangen’? De klassieke verzorgingsstaat is onhoudbaar en mensen willen graag zelf keuzes maken, aldus koning Willem-Alexander in zijn eerste troonrede. Terwijl in 1995 sterk werd ingezet op ‘de markt’, wordt nu gesproken over de participatiemaatschappij. In deze context is het nuttig dat we meer weten over ons brein. Zo blijkt dat menselijk gedrag en keuzes grotendeels bepaald worden door onbewuste processen. Daniel Kahneman, auteur van ‘Ons feilbare denken’, maakt dit inzichtelijk aan de hand van twee in ons brein functionerende systemen, namelijk een automatisch systeem en een bewust systeem. Volgens Kahneman handelt een mens alleen in ongewone situaties rationeel en bewust. In overige situaties varen we op ons automatische systeem, dat bestaat uit associaties, indrukken en gevoelens die ontstaan op basis van iemands ervaringen.
Vertaald naar gebiedsontwikkeling: de ongewone situatie van de crisis is de nieuwe realiteit geworden. De kunst is om in deze nieuwe realiteit het doen te verbinden met positieve gevoelens. Hier ligt een uitdaging voor het kabinet, maar nog veel meer voor de samenleving als geheel. Kim Putters, de nieuwe directeur van het Sociaal Cultureel Planbureau, gaf hiervoor in een recent interview in het FD een bruikbare conceptuele handreiking. Hij sprak van een verschuiving van de verzorgingsstaat naar de verzorgingsstad. De stad is immers onze dagelijkse leefomgeving en hiermee een belangrijke plek voor het doen, voor ‘dromen en verlangens’ en bijbehorende verhalen.
Anders dan in 1956 kan de stad echter niet meer los worden gezien van de mondiale context. Eindhoven is een stad die dit goed heeft begrepen. Gestaag worden mondiale netwerken gebouwd, met Canada, als entree naar de VS, en met het Aziatische Taiwan, op dit moment al een belangrijke afzetregio. Gericht op het uitbouwen van samenwerking en ervaringen gericht op wereldwijde open innovatie, aldus Rob van Gijzel burgemeester van Eindhoven. Het verhaal van Eindhoven, wie kent het niet? Het is een verhaal van ‘droom en verlangen’ dat een plek heeft gekregen in ons ‘automatische systeem’.
Een ander verhaal is dat van de voormalige Shell-toren langs het IJ in Amsterdam. Deze maakt onderdeel uit van de transformatie van de Noordelijke IJ-oevers. Met Duncan Stutterheim als aanjager komt hier, naast het door hem opgerichte bedrijf ID&T vanaf medio 2015 een uitgaansgelegenheid met twee clubs, een panoramabar met een dansvloer, een 70 meter hoog sky deck, geluidsstudio’s en een hotel. Bovendien komen hier de hoofdkantoren van Q-dance en Massive Music. Bedrijven die staan voor ‘beleving’ een groeiende Nederlands exportproduct, de dance-industrie. Een sector die per jaar zorgt voor zo’n 100 miljoen aan toegevoegde waarde.
Ook dit voorbeeld illustreert de kracht van lokale verhalen in een mondiale context. Het handelen van morgen gaat over het herkenbaar maken van de verzorgingsstad op verschillende schaalniveaus als basis voor ons ‘automatische systeem’. De wereld is groter dan Paars.