Overproductie vraagt om update

COLUMN Het zal niemand ontgaan zijn dat Nederland een overschot heeft in de kantorenmarkt. Ook andere sectoren laten een overaanbod zien, van kledingzaken tot festivals.

Zijn we dan totaal verzadigd? Nee, er zijn ook groeimarkten. Zo kijken we dit jaar weer meer televisie, gemiddeld zo’n 3 uur per dag. Er is een groeiende vraag naar zorg. En ook gezonde voeding is een groeimarkt. De agrarische sector doet het goed. Recente exportcijfers laten voor de eerste helft van het jaar een groei van ruim 7% zien, tot een totale waarde van bijna € 40 mrd.

Onderdeel van deze groei is de stijgende vraag naar Nederlandse zuivelmerken. Dit terwijl er in het begin van de jaren tachtig nog sprake was van een ‘melkplas’ en ‘boterberg’. Het waren jaren waarin het aanbod de prijs oversteeg. Om deze overproductie tegen te gaan is in 1983 de superheffing ingevoerd. Hiermee is de hoeveelheid melk die binnen de EU wordt geproduceerd aan grenzen gebonden. Melkveehouders hebben een quotum; als ze hierboven produceren, betalen ze een superheffing. De afgelopen jaren is het overschot echter omgeslagen in een tekort; volgens ingewijden is er te lang vastgehouden aan de superheffing. De belangrijkste oorzaak voor de groei is de vraag naar kwaliteitsmelkproducten op de wereldmarkt in de opkomende economieën. Ook productinnovatie heeft bijgedragen aan de aantrekkende vraag. Gezonder ijs, vele soorten kaas en oer-Hollandse toetjes doen het binnen en buiten Nederland goed.

Wat kan gebiedsontwikkeling hiervan leren? Voor Nederland zal schaarste in de kantorenmarkt nog wel even op zich laten wachten, al is in veel steden de bouw van nieuwe kantoren aan banden gelegd en wordt de transformatie van de bestaande voorraad gestimuleerd. Iedere dag komen er nieuwe leegstaande panden op de markt. Alleen al de Rijksgebouwendienst stoot tot 2020 circa 1 mln m² vastgoed af. Kantoren lenen zich niet voor export, maar een superheffing voor nieuwbouw zal zeker bijdragen aan een beperking van het aanbod. Productinnovatie is bovendien minstens zo belangrijk. Productinnovaties die zich wél lenen voor export, maar ook kunnen zorgen voor vraag naar bestaande kantoormeters als gevolg van waardecreatie op gebiedsniveau.

Kansen voor dit type innovatie liggen bijvoorbeeld in de koppeling van energie-, licht-, water-, afval- en ict-netwerken aan bouwopgaven. Een mooi voorbeeld van waardecreatie is het hoofdkantoor van Bosch Security Systems. In 2012 besloot Bosch haar vestigingen in Eindhoven en Breda samen te voegen in het bestaande SFF-kantoor op het voormalige Philips-terrein Strijp S in Eindhoven. Een aantrekkelijke vestigingslocatie door de omringende gerelateerde bedrijvigheid. Tot de belangstelling van Bosch stond het gebouw op de nominatie voor sloop. Nu brengt het een kasstroom van huurinkomsten op gang en draagt de kennis van Bosch bij aan het nadenken over nieuwe systemen op de Strijp S-locatie. Zo is er een mobiliteitspilot, waarbij nieuwe vervoersmiddelen worden getest en wordt er ingezet op elektrisch rijden. Een mooie etalage voor de maakindustrie op Strijp S. Het onlangs gestarte WonderLab sluit hier naadloos op aan. Een nieuwe incubatorfunctie, die netwerken bij elkaar brengt om ondernemerschap en innovaties op Strijp-S verder aan te jagen. Een ander voorbeeld van productinnovatie in de infra is de Smart Highway van studio Roosegaarde. Informatievoorziening, energieopwekking en -besparing worden gekoppeld aan bestaande wegen.

Of het nu gaat om zuivel, kleding, festivals of kantoren: markten met overproductie vragen naast regulering om toetreders die het verschil kunnen maken. Die niet alleen, maar juist samen met anderen oog hebben voor de mogelijkheden van morgen. Het voorbeeld van Roosegaarde daagt ons uit hiermee aan de slag te gaan. In zijn woorden ‘het is tijd voor een update van de wereld’.